Goede Olympiade voor de ChessQueens

(Jeroen Bosch)

Het Nederlandse vrouwenteam stond op voorhand 21e op de startranglijst, en eindigde na 11 ronden op plaats … 21! Niks zo voorspelbaar als de schaaksport en de elo-cijfers?
Nou gelukkig valt dat mee! Als we naar diezelfde elo-cijfers kijken dan zien we dat het team als geheel duidelijk boven verwachting heeft gepresteerd, en dat de ChessQueens in het merendeel van de matches een op papier sterke tegenstander tegenover zich kreeg, waar dan weer relatief goed tegen werd gescoord. Absoluut hoogtepunt was de match tegen Georgië (medaillekandidaat en 4e op de startranglijst) waarin het eloverschil per bord gemiddeld op zo’n 170 punten lag. Toch maakten Peng en Anna-Maja moeiteloos remise, toverde Anne een verloren stelling om in een iets betere (maar remise), en maakte Tea het wonder compleet door voormalige landgenote (en GM) Khotenashvili helemaal zoek te spelen in een koningsaanval zonder dames (op het bord dan).
Debutante Maaike Keetman begon goed met overwinningen tegen Zuid-Afrika en Montenegro (een modeloverwinning in het gesloten Siciliaans met zwart). Daarna ging het een paar keer mis tegen sterke tegenstanders, waardoor ze uiteindelijk toch in de min eindigde, maar met een schat aan ervaring voor een volgende keer.
Voor de 16-jarige Anna-Maja Kazarian was het na een zeer succesvol EK-Landenteams in 2015 alweer het tweede optreden in het nationale team. Na 6 gespeelde partijen was ze een van de topscorers met 4,5 punt, maar tegen het einde volgden toch nog een paar nullen – wel tegen sterke schaaklanden als Polen, India en Vietnam. Haar resultaat was nog steeds goed voor een WIM norm!
Bord 1 is altijd het zwaarste bord op de Olympiade – vrijwel ieder land heeft wel een sterke speelster op bord 1. Voor Nederland verdedigde Zhaoqin Peng het topbord weer met verve. Ze begon ongelukkig met twee nederlagen vanuit sterk gespeelde partijen, waar 1,5 punt ook mogelijk was geweest. Ze liet zich niet uit het veld slaan en scoorde uiteindelijk 5 uit 9 en een TPR van boven de 2400. Twee goede slotoverwinningen laten zien dat ze nog heel lang meekan.
Nederlands Kampioen Anne Haast zat op het tweede bord en had voor haar doen een ongebruikelijk toernooi: na 6 gespeelde partijen stonden er evenzoveel remises op het scorebord! Welke tegenstander ze ook had, hoe verloren of gewonnen ze ook stond, steeds eindigde het na lange strijd in remise. Tegen Polen en India kwam daar echter verandering in: twee puntgave overwinningen zorgden voor een uitstekend eindresultaat waar zelfs de slotnederlaag tegen Vietnam (toch niet ongeslagen) niets meer aan veranderde (5,5 uit 10).
Topscorer van het team met 6,5 uit 9 werd Tea Lanchava. Toen de Nederlandse grootmeester Lodewijk Prins eens gevraagd werd hoe het kwam dat hij zo makkelijk won, antwoordde hij: ‘ze komen op het licht af’. Bij Tea was dat ook het geval, waarbij gezegd moet worden dat Tea zelf heel goed in staat is om het licht aan te knippen. Vanuit iedere stelling heeft Tea het vermogen om de stukken (en haar tegenstander) haar wil op te leggen. Dat lukte zo goed dat ze lang voor een bordmedaille op bord 3 aan het spelen was. Het was jammer dat dat uiteindelijk net niet lukte ondanks goede kansen in ronde 10 en 11. Wat blijft staan is goed spel en een uitstekend resultaat!
Met twee schaaktechnische begeleiders, Mykhaylo Oleksienko en Jeroen Bosch, werd er goed voorbereid. Het team werkte hard, en ondanks het weinig gevarieerde buffet, steeds in goede sfeer. Een prima 42e Olympiade in Bakoe voor de ChessQueens, die alweer uitkijken naar Batumi 2018 voor de volgende Olympiade!
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gepubliceerd op: 19-09-16